Scenario: Jean-Yves Ferri – Tekeningen: Didier Conrad
Uitgever: Les Éditions Albert René
Eerste albumuitgave: 21 oktober 2021
“Maar wat is dit vreemde creatuur?”
Didier Conrad stuurde Uitgeverij Albert René laatst een tekening. Een vreemde, griezelige tekening… Je ziet onze twee helden – die 60 jaar geleden werden bedacht door de briljante René Goscinny en Albert Uderzo – langs een hoge boomstronk omhoog klauteren. Ze proberen Idefix te pakken, die hen compleet negeert… Wil het Gallische hondje voortaan zijn eigen weg gaan?
Bestemming: Kou!
Een totembeeld van de griffioen in een besneeuwd, woest en ogenschijnlijk verlaten land. Asterix, die waakzaam rondkijkt, vanaf de rug van zijn paard dat er ook niet gerust op lijkt. Een opgewonden Idefix wordt bestraffend toegesproken door een bezorgde Obelix… Bij Toutatis, waar bevinden onze helden zich?
De cover duidt op een avontuur buiten de grenzen van de Bekende Wereld, in het land van de Sarmaten. Het beeld heeft alles van een western, maar dan een die zich in ijskoude streken afspeelt… Tekenaar Didier Conrad vertelt ons hoe hij het ziet: “Het is een eastern! Dit album bevat alle elementen van de klassieke western: uitgestrekte vlakten, helden die van ver komen om onschuldigen te helpen, “wilden” die onder de voet worden gelopen door het leger… maar dat alles helemaal in het oosten!”
En… de griffioen in dit alles?
Jean-Yves Ferri praat ons bij over het geheimzinnige dier uit de titel van het album: “De griffioen is het fabeldier dat wordt beschreven door antieke Griekse reizigers. De Romeinen die op zoek gaan naar dit dier, zullen nog opkijken! De griffioen in dit album is het totemdier van een Sarmatische sjamaan. De griffioen brengt de onwetendheid van de Romeinen en hun eigenaardige ideeën over de fauna van deze voor hen onbekende wereld aan het licht. De griffioen met zijn leeuwenlichaam en adelaarskop vinden ze niet gekker dan een giraf of een neushoorn. Julius Caesar heeft tenslotte in zijn Gallische Oorlogen toch ook over de eenhoorn geschreven (waar gebeurd feit!)? Maar hoe dieper ze doordringen in Barbaricum, hoe meer ze beginnen te twijfelen. Hun overwinnaarsmentaliteit krijgt deukjes… Vooral omdat Asterix en Obelix (en Idefix natuurlijk), die de Sarmaten komen helpen, hun reis er niet gemakkelijker op maken!”
Meer info over het album
“Waarom de griffioen?”
Jean-Yves Ferri licht een tipje van de sluier op: “ Ik werd op het idee gebracht door een gebeeldhouwde voorstelling van de tarasque: dat is een huiveringwekkend dier uit Keltische legendes… Konden onze voorouders werkelijk hebben geloofd dat er zulke vreemdsoortige monsters bestaan?
Er waren nog maar weinig ontdekkingsreizigers in de Romeinse oudheid. De terra bleef daarom grotendeels incognita. Wel waren er in Rome al bijzondere dieren als olifanten en neushorens te zien geweest. Dus waarom zouden de Romeinen moeten twijfelen aan het bestaan van even onvoorstelbare dieren? Hadden de oude Grieken sommige van die beesten (medusa, centaurs, gorgonen…) niet al eerder en heel overtuigend beschreven?
Ik hoefde uit het bestiarium van de mythologie maar een dier te kiezen waar het hele verhaal om zou draaien. Het werd de griffioen. Hij is half adelaar, half leeuw (met de oren van een paard) en heerlijk mysterieus.
De Romeinen zouden het wel slikken, daar was ik niet bang voor. Maar de Galliërs? Hoe kunnen we Asterix, Obelix, Idefix en druïde Panoramix zover krijgen dat ze zich laten meeslepen in een afmattende en met hindernissen bezaaide zoektocht naar zo’n fabeldier?
Om dat te weten te komen, moet u het album lezen. Ik ben tenslotte niet de godin Wikipedia, die alles onthult…”
Nu worden we toch wel erg nieuwsgierig en willen we alles weten…
Alles wordt opgehelderd in Asterix en de griffioen, vanaf 21 oktober verkrijgbaar in alle boekhandels!
Een expeditie in het land van de Sarmaten
In West-Europa was de Romeinse cultuur stevig verankerd (ook al bleef een Gallisch dorpje dapper weerstand bieden aan de overheersers!). In het oosten had je Barbaricum. Dat was een enorm, nog onontdekt en woest gebied, waar volkeren met vreemde namen woonden. Bijvoorbeeld DE SARMATEN
De Sarmaten waren nomaden. Ze leefden tussen de 7e eeuw v.C. tot in de 6e eeuw van onze jaartelling ten noorden van de Zwarte Zee. Ze verdrongen de Scythen in Oekraïne, bezetten de Hongaarse laagvlakte en overheersten alle steppen tussen de Oeral en de Donau. Dit maakte hen de voorouders van de Slaven.
“Ik wilde een denkbeeldig gebied oproepen, een soort fictief “Sarmatisch koninkrijk”. Daarom viel de keuze op een streek tussen Rusland, Mongolië en Kazachstan. In die contreien in het uiterste oosten van Europa werden graven van nomadische krijgers gevonden. Bovendien schreef de Griekse dichter Aristaeus van Proconnesus er rond 600 v.C. een wonderlijk reisverslag over. Dit bracht mij op het idee om in zijn voetsporen te treden en mijn Sarmatenvolkje met zijn folklore van yurten en sjamanen daar te vestigen.”